Over mezelf

pasfoto

Volgens sommigen kan ik snel lopen voor een wielrenner, volgens anderen ben ik een taaie klant in het peloton voor een triatleet. Hoe ik zo geworden ben lees je hieronder in het overzicht van mijn sportieve levenswandel.

Ik ben geboren in 1976, woonachtig te Izegem, gehuwd en trotse papa van 2 dochters en een zoon.

Het begon allemaal ergens begin 1986. Op een zondagochtend zag mijn vader een aankondiging van een wandeltocht in een buurgemeente. We gingen er met het gezin naar toe. De afstand bedroeg 12 km. Moe maar voldaan lieten we ons aansluiten bij de organiserende wandelclub. Al snel maakten we kennis met de langere afstanden en het duurde niet lang of mijn vader en ik deden wekelijks tochten van 42 of 50 km. De 100 km wandeltocht Nacht van Vlaanderen werd al gauw mijn droom. Het was een klein familiedrama toen mijn vader het me verbood deel te nemen omdat ik nog te jong was. Ik was toen 13 jaar. Als troost mocht ik wel deelnemen later dat jaar aan de 24 uren van Destelbergen met de reden: je kan altijd stoppen als het niet meer gaat. Ik behaalde 113 km. Het jaar erop deed ik reeds een 4-tal 100 km tochten en een 24 uurwedstrijd waar ik reeds 144km afhaspelde.

In 1991 begon ik stilletjes aan op het lopen over te schakelen. Ik had ondertussen moeten stoppen met voetballen vanwege een zogenaamde scheve rug. Ik inspireerde me vooral door de vele joggers die op de wandeltochten liepen. Dat jaar liep ik de 100km tochten zover ik kon en deed dan al wandelend-lopend verder. Dit leverde me telkens een tijd op van om en bij 11u. Die periode ben ik ook beginnen boksen.

Vanaf mijn 15de deed ik ook mijn eerste echte ultralopen mee. Toen ik tijdens de 6uren van La Louvière 63km behaalde was ik dolgelukkig. De prestaties gingen jaarlijks gestaag vooruit : op de 6 uren ging ik boven de 70 km en in Amiens (Fr) haalde ik 8u55min op de 100 km.

In 1994 kwam ik van school en ging ik aan de slag in een 2 ploegenstelsel. Dit zorgde ervoor dat ik enkel nog 1 op de 2 weken naar de bokstrainingen kon gaan. Dit was te weinig en verplichtte me na 5 kampen de handschoenen aan de haak te hangen. Dit zorgde voor een boost in mijn ultralopen. Tevens veranderde ik in 1995 van werk, waar ik normale daguren werk. Trainingsweken van 200 km werden meer regel dan uitzondering. Enkele keren ging dit zelfs tot boven 300 km. De trainingen wierpen ook hun vruchten af : 100 km op open Frans kampioenschap in 7u52min, dit op 19-jarige leeftijd.

In de winter ’96 – ’97 kreeg ik last van een stressfractuur in mijn linkerscheenbeen. Vanaf dan sukkelde ik van de ene kwetsuur in de andere. Door de stressfractuur had ik een andere loophouding aangenomen. Steunzolen moesten hier soelaas brengen. Door die steunzolen kreeg ik dan voetblessures, enz, enz. Die periode deed ik dan vooral natuur- en berglopen omdat dan de tijd van ondergeschikt belang was. Ik kwam door de voortdurende remming door kwetsures toch nooit meer echt in topvorm om nog ergens een mooie tijd neer te zetten. Toen ik in mei 2000 na 65 km tijdens een 100 km natuurloop terug plots de strijd moest staken vanwege een hardnekkige voetblessure was de maat vol. Ik besloot terstond om met ultralopen te stoppen.

Vanaf toen probeer ik mijn kansen te wagen in de duatlon en triatlon. De specifieke loopbelasting zou hier veel minder zwaar zijn. Vooral de variatie in de trainingen doen voor mij een nieuwe wereld open gaan. Het fietsen ging me direct redelijk goed af zonder al te veel aanpassingsproblemen maar het zwemmen was enorm zwak. Op aanraden, proefde ik al snel eens van een wielerwedstrijd bij de OVWF. Ik had de smaak snel te pakken en ondervond ook al snel dat koersen me ook nog eens veel sterker maakte. Na een jaar met dagvergunningen te hebben geprobeerd bij de Elite zonder Contract, was ik verkocht. In 2004 nam ik dan mijn eerste vergunning.

Het koersen bij de EZC was volgens velen niet complementair met mijn ambitie om de lange triathlons te gaan doen. Maar voor mij was het een efficiente manier van trainen. Op deze manier kon ik grotendeels de vele eenzame trainingsuren 's avonds na het werk omzeilen. In de koers voelde ik dan anderzijds dat ik over een grote motor kon beschikken, die ik haalde door de vele trainingen die ik surplus deed in mijn andere 2 sporten. Met de hulp van trainer Tycho Verbelen, voor wie ik zijn eindwerk was voor zijn trainersdiploma, kwam ik in beide disciplines op een mooi niveau voor een amateur. Ik ben hem ook nog steeds dankbaar dat ik niet klakkeloos zijn trainingen moest volgen, maar dat hij mij stap voor stap de kans gegeven heeft om over 3 jaar zoveel mogelijk van zijn kennis te kunnen overnemen, zodat ik nu volledig zelf kan instaan voor mijn eigen schema's.

Fatal error: Array and string offset access syntax with curly braces is no longer supported in /customers/b/2/a/tri-niki.be/httpd.www/sites/all/modules/oauth/lib/OAuth.php on line 114